De termen aeroob en anaeroob worden door sporters veel gebruikt. De term “aeroob” betekent verbranding met gebruik van zuurstof, en de term “anaeroob” betekent verbranding zonder zuurstof. Bij anaerobe verbranding wordt er veel sneller energie vrij gemaakt dan bij aerobe verbranding. Hoe eerder er energie beschikbaar is hoe eerder je kan beginnen met bewegen. Alleen wordt er bij anaerobe verbranding afval in de vorm van melkzuur geproduceerd. Dit is vaak de reden van verzuring in de spier. Een anaerobe activiteit kun je dan ook niet lang volhouden. Een aerobe activiteit gebruikt zuurstof bij de verbranding en kun je langere tijd volhouden. De brandstoffen die de spieren kunnen gebruiken zijn: ATP – creatinefosfaten, koolhydraten, vetten en eiwitten.
Bij een sprint van 10 tot 15 seconden is er snel energie nodig en gebruiken de spieren voornamelijk ATP en creatinefosfaten. Deze verbranding vind anaeroob plaats. Na 15 seconden zijn de creatinefosfaten in de spieren op en hebben de spieren een andere brandstof nodig.. Bij een intensieve inspanning van langer dan 15 seconden worden vooral anaeroob koolhydraten verbrand. Doordat er geen zuurstof is worden de koolhydraten niet volledig verbrand, hierdoor ontstaat de eerder genoemde afval in de vorm van melkzuur. Melkzuur zorgt voor verzuring in de spier en uiteindelijk tot het moeten staken van de activiteit.
Bij lange, rustige activiteiten gebruiken de spieren met name vetten voor de verbranding. Hierbij wordt zuurstof gebruikt en komt er geen melkzuur vrij. Indien er nog koolhydraten aanwezig zijn kan het lichaam ook die verbranden. Deze koolhydraten worden dan met zuurstof verbrand en verbranden hierdoor wel volledig. Dit resulteert dus niet in verzuring van de spier. Als het lichaam bij inspanning geen creatinefosfaten en koolhydraten meer over heeft om te verbranden stapt het over op eiwit verbranding. Deze verbranding is veel minder efficiënt en kan schadelijk zijn voor de spieren, deze zijn opgebouwd uit eiwitten en worden dan dus afgebroken.
Anaeroob a-lactisch energiesysteem:
· Zonder de tussenkomst van zuurstof en zonder de vorming van melkzuur
· Voor korte, zeer intense inspanningen gedurende enkele seconden
· ATP, creatinefosfaat verbranding